Goed bestuur: gedragscode en keurmerk

De stichting onderkent het belang van het voldoen aan normen van goed bestuur. In Nederland bestaan verschillende gedragscodes voor de toetsing van het bestuur van, het toezicht op en de verantwoording door goededoelenorganisaties. Het meest bekend is het advies voor een Code Goed Bestuur voor de leden van de VFI van juni 2005, bekend als de "Code Wijffels". Deze code is sinds 2007 opgenomen in het CBF-keurmerk. Veel fondswervende instellingen beschikken over een keurmerk (voor grotere instellingen) of certificaat (voor kleinere) van het CBF. Vanwege de relatief hoge daaraan verbonden kosten heeft het bestuur van de stichting Vrienden van Mikumi besloten vooralsnog  geen keurmerk of certificaat aan te vragen.

 

Toetsing aan Code Goed Bestuur

Het bestuur wenst wel verantwoording af te leggen over de wijze waarop de stichting bestuurd wordt en de mate waarin de stichting daarbij aan de normen van de Code Goed Bestuur voldoet. Het bestuur is daartoe nagegaan of de stichting voldoet aan de certificaatcriteria die het CBF heeft opgesteld voor de toetsing of een instelling in aanmerking komt voor verlening van het CBF-Certificaat voor kleine goede doelen. Dit gebeurde aan de hand van de CBF-checklist voor een nulmeting, aan de hand waarvan een instelling zelf kan toetsen in hoeverre de organisatie voldoet aan de eisen van het CBF-Certificaat voor kleine goede doelen. De ingevuld checklist is hierna opgenomen. Uit de meting blijkt dat de stichting Vrienden van Mikumi op vrijwel alle punten voldoet aan de voorwaarden voor verlening van het CBF-certificaat. De punten waarop dat niet (geheel) het geval is worden hierna toegelicht.

 

Checklist nulmeting CBF-Certificaat voor kleine goede doelen

Gebaseerd op het Reglement CBF-Certificaat voor kleine goede doelen versie 4, uitgifte juli 2013.

 

Lid 1: Bestuur

Ja

Nee

1.a

Bestaat het bestuur uit tenminste drie natuurlijke personen?

X

 

1.b

Bestaat het bestuur voor tenminste 2/3 deel uit onafhankelijke personen?

X

 

1.c

Neemt bij het nemen van besluiten meer dan de helft van het aantal bestuursleden persoonlijk deel aan de vergadering? Heeft ieder bestuurslid één stem?

 

X

 

1.d

Is een bestuurder slechts tezamen met één of meer andere bestuurders bevoegd tot vertegenwoordiging van de instelling?

 

X

 

1.e

Voorkomt het bestuur verstrengeling van belangen?

X

 

1.f

Treden bestuursleden periodiek af? Is de benoeming voor maximaal vijf jaar (herbenoeming is mogelijk)?

 

X

 

1.g

Ontvangen bestuursleden geen bezoldiging als bestuurslid? Een redelijke vergoeding voor gemaakte onkosten wordt niet als bezoldiging aangemerkt.

 

X

 

1.h

Wordt bij opheffing van de instelling het positieve saldo zoveel mogelijk besteed in overeenstemming met de statutaire doelstelling?

 

X

 

1.i

Zijn de criteria onder lid 1 sub a t/m h vastgelegd in de statuten of het huishoudelijk reglement?

 

X

 

1.j

Is bij de aanwezigheid van een directie voldaan aan de criteria zoals vermeld in Reglement CBF-Keur artikel 4 lid 1.D?

 

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

Lid 2: Beleid en bestedingen

 

 

2.a

Heeft de instelling een actueel beleidplan?

X

 

2.b

Stelt het bestuur voor het einde van het boekjaar een begroting voor het volgende jaar vast?

X

 

2.c

Zijn de bestedingen in overeenstemming met de statutaire doelstelling?

X

 

2.d

Vindt de besteding van middelen plaats conform de begroting? Worden afwijkingen gedekt door een bestuursbesluit?

 

X

 

2.e

Worden de bestedingen aantoonbaar gecontroleerd en geëvalueerd?

X

 

 

 

 

 

 

 

Lid 3: Fondsenwerving

 

 

3.a

Zijn de identiteit, de doelstelling en de activiteiten duidelijk omschreven wanneer wordt gedaan aan fondsenwerving en voorlichting?

 

X

 

3.b

Onthoudt de instelling zich van misleiding en van vergelijking met andere fondsenwervende instellingen?

 

X

 

3.c

Onthoudt de instelling zich van het voeren van een naam en beeldmerk die op het eerste gezicht bij het brede publiek tot verwarring kunnen leiden met dat van reeds langer bestaande instellingen?

 

 

X

 

3.d

Is de fondsenwerving gericht op het verwerven van vrijwillige bijdragen en niet intimiderend?

X

 

3.e

Zijn de kosten voor eigen fondsenwerving gemiddeld over drie jaar minder dan 25% van de baten uit eigen fondsenwerving?

 

X

 

 

 

 

 

 

 

Lid 4: Verslaggeving

 

 

4.a

Is de jaarverslaggeving ingericht op basis van de Richtlijn 650 Fondsenwervende instellingen van de Raad voor de Jaarverslaggeving en omvat zij in ieder geval:

- de statutaire naam, vestigingsplaats en rechtsvorm;

- een omschrijving van de doelstelling en een beschrijving van de belangrijkste activiteiten in het verstreken boekjaar en waarin wordt aangegeven in hoeverre de geplande activiteiten zijn gerealiseerd;

- de samenstelling van het bestuur en vermelding van de relevante nevenfuncties van het bestuur;

- de balans en staat van baten en lasten overeenkomstig het model in Bijlage 1 en 2 van de Richtlijn 650 met een toelichting hierop;

- een beoordelingsverklaring van een accountant.

 

 

X

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X 1)

 

X 2)

X 3)

4.b

Is de jaarverslaggeving openbaar en binnen negen maanden na afloop van het boekjaar beschikbaar voor het publiek?

 

X

 

 

Opmerkingen bij de nulmeting

Op de navolgende punten voldoet de stichting niet (geheel) aan de eisen van het CBF-Certificaat voor kleine goede doelen.

  1. Bij de samenstelling van het bestuur, zoals deze op de website van de stichting is vermeld, zijn geen nevenfuncties van de bestuurders vermeld. Het bestuur acht zulks niet nodig maar waakt er wel voor dat geen sprake is van belangenverstrengeling. Gelet op doel en activiteiten van de stichting zal overigens van belangenverstrengeling niet gauw sprake zijn.
  2. De stichting publiceert jaarlijks het financiële verslag over het afgelopen jaar op haar website. De hierin opgenomen balans en staat van baten en lasten worden in grote lijnen opgesteld overeenkomstig de bijlagen 1 en 2 bij de Richtlijn 650 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. De belangrijkste afwijking is dat in de baten en lasten geen uitsplitsing wordt gemaakt tussen eigen fondsenwerving, gezamenlijke acties, acties van derden en subsidies van overheden. Dit omdat nagenoeg alle baten en de daaraan verbonden lasten voorkomen uit eigen fondsenwerving.
  3. Gelet op de omvang van de balans en de baten en lasten van de stichting heeft het bestuur uit kostenoverwegingen vooralsnog ervoor gekozen de jaarrekening van de stichting niet te laten beoordelen door een accountant.

Copyright © Stichting Vrienden van Mikumi - Powered by Kempet ICT